HETHIJZIJ SCHIJNT
Het schijnt
dat de werkvergunning in de Commissie is geweest. Afgelopen vrijdag.
Het schijnt
dat hij voor 2 jaar is toegekend en dat de kosten gestegen zijn naar $ 600 per
jaar (i.p.v. $ 250). Maar zeker weten doen we nog niets. Onze special pass is
afgelopen en we zijn dus illegaal in het land. Maar hopen dat er niets gebeurt.
Als er iets gebeurt, kunnen we uitsluitend terugvallen op de geruststellende
woorden van Madame ‘Rosemary’, een hoge ambtenaar bij Immigration, die ons
verzekerde: “I will take care of it”.
We hebben haar die woensdag na de safari toch maar even
opgezocht, nadat we op de Ambassade een brief hadden gekregen “dat ze ons
kennen en ons aanbevelen voor een werkvergunning’. Een alternatief voor het
‘bewijs van goed gedrag’ en dat scheen voldoende. We hadden het kantoor echter
nog geen uur verlaten of ze belden dat ze ‘het Diploma van Paul niet konden
lezen’, dat zou dus vertaald moeten worden. Alle pogingen dat ‘Hogeschool’,
gewoon ‘Highschool’ betekent en ‘sociaal werk’ ‘social work’, haalden niets
uit, we moesten het op de Universiteit laten vertalen! Kosten: 200.000 UGS.
Maar het schijnt
dat nu alles in orde is.....
Ondertussen schijnt
de zon. Zij (latijn: Luna) tovert met de hulp van de fikse, nachtelijke buien,
van alles uit de tuin omhoog en dat is een feest om te zien. In twee weken
tijd, staan boontjes en kolen al ruim 10 cm hoog. Nieuwe gewassen (met dank aan
Diede en Nathalie) komen op en Paul liet vanmorgen al een heuse asperge zien
van 5 cm. Die moeten nu opnieuw de grond in – naar het schijnt – en dan hebben we volgend jaar Pasen, echte asperges!
Verder gebeurde er die week niets opwindends, behalve de
diefstal door Castor en Polla. Bakali had voor zijn supper op de markt 2
gebakken visjes gekocht en die keurig in zijn keukentje gelegd. Terwijl hij
buiten wat spullen afwaste, slopen onze lieve hondjes de keuken in en keurig,
ieder een visje in de bek, lagen ze daarmee trots bij ons op de veranda. Ze genoten er van en Bakali kon er wel om
lachen. We hadden nog een vis in de diepvries, dus alles is gered.
Verder deze week weer wat aanvragen rond gestuurd en de
nodige regelingen getroffen voor de safari.
Die startte zondag. We zijn eerst naar Kampala gegaan:
Diede, Nathalie, Josi en Lola, onze vrijwilligsters en Brian en Nassan, twee
van de jongens die in het KisoBOKa Home wonen en Paul en Willem. We zijn naar
een voorstelling geweest in het openluchtheater van de Nderegroep. Een
geweldige show met zang en dans van de verschillende stammen uit Uganda en
omringende landen. Door de oprichter aan elkaar gepraat in een geweldige
conference en de jongens genoten volop. We zijn in Kampala blijven slapen en
konden dus ’s morgens op tijd op weg naar Murchisson Park. De reis verliep
voorspoedig en we waren al om 16.00 uur in Pakwach, aan de noordkant van het
park. Een simpel guesthouse en een uitstekend Afrikaans buffet, waar Nassan voor
een week op z’n bord schepte, maar wat wil je, als je anders alleen maar posho
en bonen voorgeschoteld krijgt.
Een korte pech in de morgen, omdat de auto niet startte,
maar we waren toch om 09.30 in het park, waar we al snel de eerste giraffes
zagen en de olifanten en de impala’s en de everzwijnen en de buffels en de
kraanvogels en de baboons en vele soortgenoten en de antilopen en – op de
boottocht – de nijlpaarden, krokedillen, de visaegle, de hornbills, de
sunbirds, de weaverbirds... je kijkt je ogen uit.
We hadden een prima plek in de Sambyia Lodge – met
zwembad – en de volgende morgen vroeg weer het park uit. Als je er maar 24 uur
verblijft, betaal je maar 1 keer de toegangsprijs ( $ 35 per dag) dus de moeite
waard om vroeg op te staan. We waren ruimschoots voor 09.30 het park uit en
daarom ook heel erg op tijd in Kampala. Josi en Lola zouden daar achter blijven
voor een trektocht door Rwanda, maar omdat ze hun permit voor de gorilla’s
vergeten waren, moesten ze eerst nog op en neer naar Jinja.
Wij bleven in Kampala, naar de Ambassade, naar
Immigration, en boodschappen doen. Bij het afslaan naar City Garden – een
hypermodern winkelcentrum in Kampala – werd ik aangehouden: ‘ernstige fout,
verkeerde afslag; mee naar het bureau en een boete van 500.000 UGS’. Er stond
geen verkeersteken en alles was veilig, dus we probeerden de agenten duidelijk
te maken dat het ons speet en dat we toch zo’n goed werk deden voor de jeugd
van hun land... Het maakte niet veel indruk. Ook niet toen ik aanbod hun
persoonlijk wat geld te willen geven. Hij bleef maar oreren hoe ernstig het
misdrijf was en welke artikels ik had overtreden. Tot hij opeens zei: “What did
you say?” Ik herhaalde dat ik hen wel wat geld wilde geven. “You bring”. 20.000
UGS was te weinig, aanvankelijk 40.000 ook, maar uiteindelijk gaven ze toe en
kreeg ik mijn rijbewijs terug. Opgelucht verder.
Op het toilet kwam Paul een man tegen, die het hele
tafereel had gevolgd en vroeg hoe het afgelopen was. Paul vertelde het verhaal,
waarop de man uitriep: ‘Die dieven. Die zijn niet van de verkeerspolitie, die
mogen niet bekeuren, die staan daar alleen maar om het hotel te bewaken!’. Gena.....
dus. Het schijnt dat je
langer in Uganda moet wonen om dit soort trucks te doorzien. Er is nog hoop;
gebeurt me geen tweede keer!
We waren voor het donker weer thuis, moe maar erg
voldaan.
De volgende morgen (donderdag) een hoop willen doen, maar
geen stroom. We kregen onverwacht bezoek van Cor, die jaren geleden door ons
was uitgezonden naar Brazilië en hij was erg onder de indruk van ons werk in
Makenke.
Er kwamen die dag meer bezoekers o.a. Inge en Edward die
afscheid kwamen nemen, want hun tijd zit er op. Inge heeft een aantal nieuwe
plannen uitgewerkt met de vrouwen in Soweto (dank!) al is haar eigenlijke doel:
een businessplan en training, niet van de grond gekomen. Zo lopen de dingen
hier. Edward heeft op St. Matia instructies gegeven over elektriciteit en
‘proefdoosjes’ geïntroduceerd. Hij is ook nog naar projecten in het Noorden en
Kampala geweest (ook dank voor je inzet). Ze zijn inmiddels weer bijna terug in
Nederland.
Met de bouw gaat het goed (zie website). Opnieuw de
afgelopen weken met de aannemer om de tafel gezeten en het schijnt dat we nu alles onder controle hebben. We missen nog
inzicht in enkele voorzieningen, maar het gebouw komt van de grond. In de loop
van de komende weken moeten we de planning nog eens bijstellen. Met de jongens gaat het ook goed. Ze volen hun vaste programma: Engelse les, werken in de tuin, helpen op de bouw en structuur ontdekken in hun dagelijkse leven....en de toekomst.
We hebben de afgelopen periode weinig gelezen. Ben wel
begonnen aan ‘Het zwijgen van Maria Zachea’, een herkenbare familiegeschiedenis
– erg mooi. We hebben echter meer filmpjes gekeken: de schitterende serie ‘ The
Plilars of the earth’ en we zitten nu midden in ‘Downton Anney’, intriges waar
de Ugandese werkelijkheid niets bij is.
Met veel vreugde de komst van de nieuwe Paus gezien en we
kijken uit naar de kroningsfeestelijkheden. Het schijnt dat er weer een leuke party komt op de Ambassade. Met
ingevlogen bitterballen en jong jenever. Of Oranjebitter...?