zaterdag 21 april 2012


 










Paul van Beek

Een week van betrekkelijke rust. Paul was in Karamajong en dat gaf mij de gelegenheid de nodige verslagen te schrijven, administratie bij te werken en nieuwe aanvragen te schrijven. Dat is gereed en nu nog het nodige vertaalwerk, want een deel van de verslagen en rapporten hebben we ook weer nodig om onze nieuwe werkvergunning aan te vragen. De oude verloopt in juni, maar de ervaring leert dat je er tijdig aan moet beginnen. We vragen een werkvergunning nu aan op onze eigen CBO – en niet langer op het Bisdom – en rekenen er op dat dat geen probleem op levert.

Maar eerst Paul over zijn ervaringen in Karamajong-land

“Vorig week ben ik met Paul Okello naar zijn geboortedorp geweest. Hier in Kimasa zorgt hij voor zo’n 18 kinderen, 10 van zichzelf en 8 van overleden broers en zus. 2 jonge meisjes van 15 en 16 jaar waren zwanger geraakt en de aanstaande vaders waren er vandoor. Dus Paul besloten om ze terug te brengen naar het dorp en ik dus mee. ’s Morgens bij vertrekt was een van de meiden ervandoor gegaan. Zo was er een ander nichtje van 21 jaar wat ook een kind heeft de volgende kandidaat om terug naar het dorp te gaan. Het dorp is in het noorden het land van de Karamajong. Een reis van 8 uur en de laatste 20 kilometer op een bromfiets (boda boda) over een onverharde weg. Het huis is een graal met hutjes uit het Afrika Museum met en omheining van houten stokken. Bescherming tegen wilde dieren, dieven en in het natte seizoen dient het als brandhout. Ik was de eerste blanke in het dorp en was een gewaardeerde gast. Een haan en een geit moesten er aan geloven. Geen enkele lichtbron na zonsondergang en dus op tijd de hut in, Okello naast me met pet en colbert jasj, samen op een matras op de grond. ’s Morgens ontbijt van geitenlever! Daarna het land bekijken en Paul moest uit zijn herinnering de grenzen aangeven, andere mensen beginnen hun land te pikken. Een oudere vrouw kwam vertellen dat er de dag dat we kwamen een kind was geboren en dat ze het jongetje mijn naam wilde geven. Op naar de baby waar het de naam kreeg Paul van Beek, omdat Paul Okello onze namen door elkaar had gegooid. Ach leuk toch een kleine erbij. Een bijzondere ervaring ver weg van de “beschaafde” wereld. Veel verhalen gehoord over gevechten in het verleden en hoe mensen een nieuw bestaan willen opbouwen. Ik kwam er een jonen tegen, die op onze Mobile Computerschool had gezeten en nu terug was om zijn familie te helpen. De stam zit eigenlijk niet op hun eigen land, van waar ze verjaagd zijn. Velen willen weer terug. Op de urenlange wandelingen kwam Paul veel familie en vrienden tegen en voor iedereen was hij de grote raadgever.
Terug op de boda-boda met z’n tweetjes, met drie kippen achterop en met een rotvaart. Ik hield m’n hart ast en was blij dat we er waren. In een klein hotelletje geslapen en de volgende morgen om 4 uur op, want er zou een bus komen! Die kwam dus om 7 uur en toen duurde het nog 10 uur, eer we weer in Jinja waren. Maar een ongelooflijke ervaring rijker.”













In die week hebben ze ook de toegang tot ons huis weer keurig opgehoogd. Hebben Bakali en Robert de stal gebouwd voor onze varkens en we hebben weer de nodige nuttige regens gehad. Zondagavond lekker gegeten en bijgekletst met dirk en Ineke.
Begin deze week aan het regelen geslagen want de vakantie breekt aan en de jongens moeten óf naar hun dorp óf er moet een alternatief gevonden worden. Is ook weer allemaal gelukt.
En toen woensdag kwam father Kees. Eigenlijk hebben we ons verblijf in Uganda verlengd om zijn droom e realiseren: een 24-uurs opvang voor straatjongeren. Door de tijd en omstandigheden zijn die plannen wel wat gewijzigd, dus moeten we met Kees onze ideeën en plannen afstemmen. Het was goed hem weer terug te zien en we genieten van zijn verhalen en van de herinneringen die hij met oude vrienden ophaalt. Hij is hier met zijn neef, Ruud en die trekt veel met Paul op en de jongens.
We hebben inmiddels het land bezocht dat we gekocht hebben en zijn naar het huisje geweest, waar binnenkort weer 4 jongens ondergebracht worden (zie ook de website). Volgende week vergaderen we met het bestuur en we zijn met Kees en Ruud een safari aan het plannen naar het Queen Elisabeth Park. Na Koninginnedag, want dat gaan we eerst vieren in Kampala.
En ondertussen is de scan in Nederland nog niet bekeken – het lijkt Afrika wel – en weten we dus nog iets over een mogelijke komst naar Nederland op korte termijn. We houden de moed er in!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten