KLEIN ZWITZERLAND
We
zijn ‘bonkend’ het Nieuwe Jaar ingegaan. Geen oliebollen, vanwege de nog
naslepende malaria, maar bij de start van het nieuwe jaar waren we allebei weer
fit. We hebben de laatste dingen voor de safari van Theo en Inge geregeld en
nadat die woensdag (de 2de) in alle vroegte op safari gingen, vertrokken
wij enkele uren later naar Kampala om een visum voor Rwanda te bemachtigen. Dat
ging niet zomaar en zou 72 uur duren. Zou dus nog net lukken..
Terug
van Kampala, hebben we met Robert-Jan, onze aannemer, het veld nog eens goed
opgemeten en dankzij de verplaatste stenen van de landmeter, lijkt het gebouw
te passen. Er is zelfs ruimte voor een vrijwilligers-huisje. We hebben
uitgebreid gediscussieerd over het ‘biogas-toilet’, maar het lijkt er op dat we
dat project laten gaan vallen: te duur, te weinig rendement, te weinig kennis
en te veel risico’s dat straks dingen verdwijnen. Als we een eenvoudiger toilet
bouwen, zou er geld zijn voor het vrijwilligershuisje. Dat zou de huisvestingsproblemen
voor de komende maanden oplossen én we hebben vanaf de start een ‘incoming
generating’ project. Moeten het plan nog aan Wilde Ganzen voorleggen. Maar ter
plekke hebben we de eerste stappen besproken: nog enkele bomen rooien, starten
met het graven van de tank voor het toilet (zo dat we zand hebben om stenen te
maken) en het bouwen van een afrastering. Tijdens onze vakantie, zou Bakali die
klus kunnen klaren.
De
dag er na de vakantie definitief regelen en de plannen aanpassen. We besluiten
die vrijdag al naar Kampala te gaan – om het visum op te halen – en dan door te
reizen naar Entebbe. Een dag vakantie extra en geen gestress op zaterdagochtend
om het vliegtuig te halen. Het visum was weliswaar nog niet klaar, maar ‘in the
process’ en dat duurde nauwelijks een uur. Net op tijd om voor de avondspits
uit Kampala te komen.
Zaterdagmorgen
om 09.00 de lucht in en dankzij het tijdverschil met Rwanda waren we al om
08.45 in Kigali. Een taxi naar het busstation. Wat een verademing! Geen files –
stoplichten die het DOEN en aangeven hoelang de wachttijd is - straten zo schoon en uiterst gedisciplineerd
verkeer. Het is verboden met meer dan 2 op een boda te zitten en zowel
bestuurder als passagier, dragen een helm. Auto’s zonder krassen en schrammen,
wat in Uganda ondenkbaar is en op het
(drukke) busstation geen geschreeuw en gedram, maar louter gedienstige mensen
die ons snel naar de juiste bus redigeren.
Vanwege
de vele bergen wordt Rwanda het land van ‘de duizend heuvels’ of ‘Klein
Zwitserland’ genoemd. Een prachtig land qua natuurschoon met overal heuvels en
vulkanen op de achtergrond. Keurig afgebakende terrassen op de heuvels waar van
alles verbouwd wordt en het lijkt of iedereen ook echt de hele dag bezig is.
Hoewel Gisenyi maar 150 km van de
hoofdstad verwijderd is, doen we er, vanwege de talrijke bochten, klimmingen en
dalen, ruim 3 uur over, maar de bustocht is uiterst comfortabel.
Vanuit
het stadje snel een taxi naar ‘Paradise Malahide’ , een klein resort, direct
aan het Kivumeer. Een waar paradijsje met een prachtige tuin, gerieflijke
bungalows en een klein prive-strandje waar we de meeste tijd hebben
doorgebracht. In de ochtend hadden we telkens enkele uren zon, maar tegen de
middag nam de bewolking toe. Toch nog een prettige temperatuur voor het lezen
van een boek en veel dutjes. Een goede keuken met 7 konijnvariaties (helaas
niet in ’t zuur) en heerlijke gebakken visjes uit het meer.
De
grootste attractie was het uitvaren en binnenkomen van de vissersboten. Drie
grote kano’s aan elkaar gebonden, die iedere avond, tegen zonsondergang, luid
zingend uit de haven – naast ons paradijs – vertrokken, de hele nacht op het
meer bleven vissen en in de vroege ochtend, weer luid zingend, terugkeerden.
Een prachtig ritueel.
We
hebben genoten, zes dagen lang en de meeste tijd gespendeerd aan het strand.
Veel gelezen. Eindelijk ‘Vrijheid’uit – overigens een geweldig boek in de stijl
van Bonita Avenue – en daarna ‘ Bal masqué’ van Elia Barceló, een prachtige
Spaanse roman, die zich in Parijs afspeelt. In 2 dagen uit, terwijl Paul het ‘Verslag van Brodeck’ in dezelfde tijd
verslond (echte aanrader!). iedere avond ‘duizenden’ bij de het grote open
haardvuur.
We
hebben genoten en even alle sores in Uganda achter ons gelaten. Overwogen te
verhuizen, maar dat is natuurlijk niet echt een optie. Dat is ook het leuke van
vakantie, vrij zijn om te dromen, de werkelijkheid niet te hoeven forceren en
je kunnen overgeven aan wat mag en niet moet. Ondertussen krijgt je lijf wat
kleur: ik meer rood dan bronzig, maar Paul heeft weer het lijf van een melk
chocoladereep!
Vrijdagmorgen
met de bus terug naar Kigali waar we die middag het ‘Genocide-monument’ bezocht
hebben. Vreselijk indrukwekkend. Hoewel je de verhalen kent, maakt het een
enorme impact als je de foto’s en getuigenverklaringen ziet en leest en stil
staat bij het graf waar 250.000 mensen begraven liggen. Ongelofelijk wat mensen
elkaar aan kunnen doen, terwijl toen wij er – ruim 30 jaar geleden – voor het
eerst waren, nog zo’n rustig land was. Ongelofelijk ook dat (blijkbaar) de
mensen nu in vrede en met een enorme wil van ‘vergeten en vergeven’ een nieuwe
natie opbouwen. Wat blijkbaar door de enorme bijdrage vanuit het Westen – een
afkopen van schuld – lukt en Rwanda is een van de snelst groeiende economieën
in Afrika. Dat is ook te merken bij een bezoek aan de stad waar veel nieuwe
kantoren en winkels verrezen zijn.
Zaterdagochtend
weer op tijd naar het vliegveld en om 11.00 uur waren we weer in Entebbe. Onze
chauffeur had zich in de tijd vergist en stond ons dus niet op te wachten. In
de lokale taal – en gedachte – begint de dag om 06.00 uur (als de zon opkomt)
en 07.00 uur is dus 1 uur en 11 uur is derhalve 17.00 uur in de middag.
Duidelijk afgesproken dat hij om 11.00 uur op het vliegveld moest wezen, leek
hij ook begrepen te hebben, maar dus mooi niet! Ter plekke een taxi geregeld en
met een korte tussenstop in Kampala (2 uur over gedaan om de stad door te
komen), waren we rond 16.00 weer thuis, waar Castor en Polla ons jonkend
verwelkomen.
Zondagmorgen
al vroeg weer op want Inge keert terug van safari en zij hebben George op het
vliegveld opgepikt. George was 3 jaar geleden een jaar als vrijwilliger werkzaam
op Matia Mulumba. Ik was zijn mentor en hij deed samen met Paul de cursus
Luganda. Hij kwam iedere dinsdag bij ons eten en we hebben altijd contact met
hem gehouden. Hij blijft een week of drie in Jinja en trekt dan nog verder
langs de landen aan het Victoriameer. Een hartelijk welkom en zelfs Castor en Polla
schenen hem te herkennen. De zondag vloog dus voorbij en tussendoor de 40
mailtjes gelezen en de meeste beantwoord en ’s avonds maar weer ‘duizenden’ met
Inge.
Vandaag
is het maandag. Paul is in Makenke weer bijgepraat over de jongens en met de
jongens de afgelopen tijd geëvalueerd en gekeken naar de plannen voor de toekomst.
Ik heb met Inge een gesprek gehad met een Duitse expert over de opzet van haar
onderzoek naar microkrediet en opnieuw een aanvraag ingediend voor de bouw van
het centrum.
Bakali
heeft de afgelopen week de nodige voorbereidingen getroffen voor de bouw van de
afrastering en de bouw daarvan is vandaag gestart. Hoewel er, vooral financieel,
nog veel onduidelijk is, zullen we de komende weken toch echt aan het bouwen
gaan en ook voorbereidingen gaan treffen voor activiteiten in de toekomst. Eind
deze week, komen er twee vrijwilligers bij. De uitdagingen blijven komen en we
kunnen er weer even tegen. Tegen wat?
Verjaardagsontbijt aan het meer |
Lezen en dorst lessen |
Uittocht van de vissers |
Een deel van de vissersvloot |
visser in zonsondergang |
Tegen wat? |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten